|
Ik schrijf al zo lang als ik me kan herinneren. Ik lees al sinds ik begon met het leren van woorden. Waar klasgenoten het vreselijk vonden om voor het vak Nederlands een kort verhaal te schrijven, bedacht ik helden- en horrorverhalen. Het is geweldig om zelf te creëren, net zoals het een prachtige ervaring kan zijn om in de werelden rond te zwerven die anderen gecreëerd hebben.
Naarmate ik meer schrijf, ben ik (helaas) minder gaan lezen. Ik ben voor mijn werk als redacteur al de hele dag bezig met lezen en schrijven. Als ik dan in de avond nog een keer een uur, soms langer, aan mijn verhalen schrijf, dan is de puf er vaak niet meer om nog een boek te pakken en is Netflix een minder inspannend alternatief. Toch zijn het juist al die verhalen en boeken van andere auteurs, nieuw, veteraan, jong en oud, waar ik nog altijd veel van kan leren. Niet kopiëren, want een schrijfstijl van een ander overnemen werkt volgens mij niet. Je ontwikkelt een eigen schrijfstijl gedurende de jaren die past bij jou. Als voorbeeld: toen Robert Jordan in 2007 overleed voordat hij de Wheel of Time-fantasyreeks kon afronden, nam Brandon Sanderson het stokje over. Een overname die succesvol was mijns inziens. Niet omdat Sanderson de schrijfstijl van Jordan perfect kopieerde, maar juist omdat hij een frisse wind bracht door korter en krachtiger het verhaal af te ronden. Bewust en onbewust beïnvloed Ongetwijfeld ben ik zowel bewust als onbewust beïnvloed door reeksen auteurs waarvan ik verhalen gelezen heb. Vroeger onder meer door mensen zoals Stephen King en Clive Barker, waarvan ik de zo natuurlijke schrijfstijl en dialogen bewonderde. Later door auteurs als Harry Turtledove (alternatieve geschiedenis). Waar ik King en Barker nog probeerde te kopiëren in hun schrijfstijl, heb ik dat later losgelaten en ben ik heel geleidelijk aan gaan schrijven zoals dat het beste bij me past. Bij mijn debuutboek ‘Als een leven botst’ lijkt het een stijl te zijn die de nog kleine groep lezers als ik het mag geloven bevalt. Iets dat me keer op keer toch verraste, maar tegelijk een aanmoediging is om op de ingeslagen weg verder te gaan en mijn eigen stijl verder te ontwikkelen. Deels bewust, deels onbewust. Grootste criticus Waarbij ik mijn eigen grootste criticus blijf, want teruglezen wat ik heb geschreven doet me nog regelmatig de tenen krommen. Wel verschijnt er in Wonderwaan 50 binnenkort een kort verhaal waar ik ook na het lezen zelf positief verrast over was en relatief weinig in herschreven heb. Of dat gewoon betekent dat ik strengere eerste lezers of een betere eindredacteur nodig heb, mag de lezer van ‘Een moment, bevroren in tijd’ binnenkort zelf bepalen. In de tussentijd schrijf ik gestaag verder aan mijn vervolg ‘Als werelden botsen’. Na vier hoofdstukken zo’n 60.000 woorden, iets minder dan mijn debuut. Met nog 12 geplande hoofdstukken te gaan, zal ik misschien mijn vaak breeds beschrijvende schrijfstijl bewust wat moeten inkorten. Aan de andere kant: ik heb nu het verhaal, de personages, hun motivaties en hun achtergronden neergezet. Tijd voor actie.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archief
Augustus 2020
Categories |