|
Meestal schrijf ik mijn verhalen zoals nu dit blog. Op de pc. Het is snel en elke fout – en dat zijn er nogal wat wanneer ik snel type – is zo hersteld. Waarom zou je het anders doen als dat niet hoeft?
Onlangs hoorde ik een verhaal over een schrijver die bewust een vulpen gebruikt om zijn verhalen te schrijven – en ze daarna pas op een computer overneemt. Omdat hij met een vulpen veel rustiger schrijft dan op een computer, heeft hij tijdens het schrijven van elke zin de tijd om goed over de vorm en inhoud van die zin na te denken. Zo krijgt hij betere zinnen, paragrafen uiteindelijk boeken, is de redenatie. Dat er slechts eenmaal per vier jaar een boek af is, neemt hij op de koop toe. Even los van het feit dat ik linkshandig ben en dus voortdurend inkt over mijn geschreven woorden heen zou smeren, vroeg ik me af of het zo ook echt zou werken. Af en toe gebruik ik een notitieboek en ballpoint om te schrijven wanneer ik inspiratie heb maar geen desk- of laptop in de buurt heb. Is langzaam beter? Over het algemeen heb ik dan niet het idee dat ik dan, omdat ik langzamer schrijf, ook betere of mooiere zinnen maak. Meestal is het juist zo dat ik dan bij het overtypen veel herschrijf. Pas dan denk ik nog eens goed na over de zinnen die ik geschreven heb, net zoals ik doe wanneer een verhaal af is en ik alles doorlees. Maar misschien mis ik het punt van de schrijver. Het doel van de vulpen. Misschien probeer ik gewoon, ongeacht of ik met computer of ballpoint schrijf – alles wel te snel op (virtueel) papier te krijgen. In dat geval is het niet het medium dat mede bepaalt of ik nadenkend schrijf, maar de mate van (on)geduld die ik heb om na te denken tijdens het schrijven. Verhaal laten groeien Nu ik met mijn tweede boek bezig ben, merk ik dat het me vooral heeft geholpen om eerst een maand of vier over het boek na te denken. Niet elk detail dood denken, maar wel het verhaal eerst in een raamwerk laten groeien voordat ik begin. Nadenken over de karakters en hun beweegredenen, de manier waarop ze op gebeurtenissen reageren. Over de omgevingen waarin alles plaatsvindt. Over de gebeurtenissen zelf. Nu ik het promoten van mijn eerste boek afwissel met het daadwerkelijk schrijven van het vervolg, geeft het me meer rust om over details van elke zin, elke paragraaf na te denken. Tijdens het schrijven zelf, tijdens het sporten, of voorafgaand aan het in slaap vallen. Mijn vulpen Dat raamwerk, met elke scene geschetst maar met voldoende flexibiliteit om nog te durven veranderen als dat logischer is, dat is mijn vulpen. Mijn manier om de zinnen te voelen, te kneden tijdens het schrijven ervan. Zonder dat het vier jaar duurt voordat ik mijn volgende boek af heb. m te bewerken.
0 Comments
Hoe kun je als een debuterend auteur bekendheid verwerven? Ik worstel al enkele maanden met deze vraag en een goed antwoord heb ik nog niet. Natuurlijk, ik heb geluisterd naar adviezen en heb ze ook gelezen. Voor auteurs met weinig of geen reclamebudget (zelf of via hun uitgever) is het belangrijk om social media volop in te zetten, lokale uitgaven en boekhandels te benaderen, een website op te zetten.
Probleem is: het kost allemaal tijd en energie. Zeker in het begin lijkt het niet meer op te leveren dan minder tijd voor datgene wat ik het liefst doe: aan een nieuw verhaal, een volgend boek werken. Met een gewone baan als redacteur en tekstschrijver overdag, een gezin, een huis(houden) en iets dat lijkt op een sociaal leven (als ik de energie heb om dat te onderhouden). Wachten op de doorbraak Wanneer een medeauteur in het fantastisch genre mij tijdens een fantasy-event vertelt dat zij ook na een aantal jaren nog moet doorbreken buiten de bekende kring van redelijke die hard liefhebbers van haar genre, dan zakt de moed mij wel even in de schoenen. Ik dacht toch echt dat zij behalve een aantal geschreven boeken ook wel heel wat verder was qua bekendheid en verkoopaantallen. De waarheid blijkt hardnekkiger. Dat geldt ook voor de uitspraak: één boek is geen boek. Ofwel, als je één boek hebt uitgegeven, dan ben je nog nergens. ‘Debuterend’ auteur klinkt leuk, maar voor het creëren van bekendheid is een tweede boek toch vele malen beter. De opmerking echoot na in mijn hoofd wanneer ik weer een dag lang op een fantasy-beurs heb gestaan en niet aan dat tweede boek heb geschreven. Begrijp me niet verkeerd: het is ook leuk, het biedt mogelijkheden voor contacten en uitwisseling van tips & tricks. Maar als je na acht uur één debuutboek hebt verkocht, vraag je je (nou ja, vraag ik me dan) in ieder geval wel een beetje af waar ik het allemaal voor doe. Waarvoor doe ik het? Misschien is dat ook wel de belangrijkste vraag. Waar doe ik het voor? Om door te breken? Om bekend te worden? Om er genoeg geld mee te verdienen zodat ik kan ophouden met mijn huidige werk? Dat laatste is niet zoveel auteurs gegeven, zeker niet wanneer je vooralsnog alleen voor het Nederlandstalige publiek schrijft. Of is het uitgeven van een eerste boek vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat mijn schrijfsels en bedenksels gelezen worden door meer dan een paar juryleden? Want hoe heerlijk ik schrijven ook vind, het is toch leuker wanneer anderen datgene dat je schrijft ook waarderen. Noem het gezonde ijdelheid die gestreeld moet worden. Een heel klein beetje poging tot onsterfelijkheid in zeer beperkte kring. Met dat in mijn achterhoofd, plaats ik weer eens een blog op mijn website en op LinkedIn, schrijf ik weer eens een Twitter-bericht, committeer ik me aan alweer een beurs (waar ik zoals in aangaf ook van kan genieten), zoek ik als belabberde marketeer nieuwe kanalen om mezelf te promoten, publiceer ik korte verhalen omdat ik het mijn naamsbekendheid ten goede komt. En probeer ik af en toe ook nog tijd en energie te vinden om datgene te doen waar ik het meeste plezier aan heb: het schrijven van fantastische vertellingen waarvan ik graag wil dat anderen ze lezen en ervan kunnen genieten. |
Archief
Augustus 2020
Categories |