|
Het is een vraag die ik mezelf vaak stelde: moet ik eerst mijn verhaal (kort of lang) helemaal uitgekristalliseerd hebben? Alle achtergrondinformatie bij elkaar gezocht, karakters bedacht en uitgediept elke plottwist driemaal tegen het licht gehouden? Of begin ik gewoon - met een idee in mijn hoofd - te schrijven en zie ik wel waar ik uitkom?
Ik was altijd praktisch voorstander van de tweede optie. Naarmate het verhaal – over het algemeen korte verhalen – vorderde, kwam ik vanzelf zaken tegen die om achtergrondonderzoek vroegen. Karakters ontwikkelden zich gedurende het schrijven en aan het einde kwam de plottwist in de strijd tegen een voorspelbaar einde meestal vanzelf wel. Toen ik met een uit de hand gelopen kort verhaal bezig ging dat uiteindelijk mijn debuut als boekenschrijver zou worden, kwam ik erachter dat organische groei ook zijn minpunten heeft. Telkens moeten stoppen met het creatieve schrijfproces om uit te zoeken hoe de politie in Nederland werkt, of een school nog bestaat, hoe ook alweer internet eind jaren negentig werkt – best wel irritant. Achteraf invullen Natuurlijk kun je alles achteraf uitzoeken om je raamwerk in te vullen. Maar als dan blijkt dat je toch echt fout zat en daardoor de richting waarin je verhaal in gaat herschreven moet worden – ook best irritant. Los van de behulpzame suggesties van mijn uitgever, die tot het ingrijpend uitbreiden van ‘Als een leven botst’ leidde, heb ik het manuscript van begin tot einde herschreven. Na een interessant interview met auteur Christopher Paolini eerder in 2019 besloot ik dan ook het bij mijn volgende boek over een andere boeg te gooien. Je kunt van Paolini’s boeken (Eragon en andere delen uit de Erfgoed-reeks) houden of niet. Maar hij heeft er tientallen miljoen exemplaren van verkocht. dan heeft hij toch iets goed gedaan. Paolini vertelde me dat hij zijn vierdelige reeks van tevoren al helemaal uitgewerkt had. Toen hij begon met de eerste pagina, wist hij al hoe het zou eindigen. Natuurlijk is er gedurende het schrijfproces een en ander aangepast en uitgebreid, zijn karakters veranderd en misschien verdwenen. Maar het raam werk stond en zo wist Paolini al voordat hij ging schrijven precies welke kant het uit zou gaan. Eerst raamwerk bouwen Als iemand daarmee miljoenen boeken verkoopt, kan het geen kwaad dat ook te proberen, dacht ik. Vijf maanden en een kleine 80.000 woorden later (ja, dat is meer dan mijn eerste boek aan woorden telt), heb ik zelfs al het ruwe raamwerk voor deel twee en drie van de trilogie ‘Als werelden botsen’ al neergezet. Er moeten nog wel wat interviews komen om ervoor te zorgen dat alles dat ik schrijf echt klopt, maar de basis ligt er – tot elke afzonderlijke scene aan toe. ik hoop maar dat het daadwerkelijk schrijven van deel 1 van de trilogie hiermee ook echt makkelijker wordt. Want ik merk nu dat ik bezig blijf met het bijschaven van het raamwerk, van plot-twists, van hoe en waarom karakters reageren zoals ze reageren. Ik stel het daadwerkelijke schrijven uit, alsof ik mijn verwachtingen nu wel erg hoog heb opgeschroefd: na al die voorbereiding moet het boek toch wel vele malen beter dan de voorganger zijn? Misschien een kwestie van overoptimalisatie? Van het van de ene naar de andere kant uit schieten en daardoor mezelf in mijn voet schieten? Ben ik gewoon een ‘ik ga beginnen en zie wel waar het eindigt’ schrijver? Of stel ik gewoon te veel vragen en wordt het tijd om nou maar eens het creatieve deel in te duiken en te zien waar het eindigt? De vraag stellen, is hem denk ik beantwoorden. Eind 2020 hoop ik het definitieve voorlopige antwoord te hebben.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archief
Augustus 2020
Categories |